Loodswezen Nieuwpoort

staketsel en loodswezengebouw

Reeds eeuwen geleden werd hier gepoogd een soort loodsdienst op te richten. Volgens onze bevindingen zou daarmee reeds zijn begonnen rond 1475. In 1821 werd op aandringen van het Nieuwpoortse stadsbestuur een loodsdienst in werking gesteld onder leiding van loodskapitein Willem Roose in samenwerking met luitenant Frans Loppens en de matrozen Jakob Clou, Louis Vantomme en Pol Lauworeins, naderhand aangevuld met de zoon van Roose. Gezien van de "gedeputeerden staten" geen toelating werd verkregen om deze loodsmannen te betalen, kwam een einde aan deze dienst in 1829.*

hotel Reginna heden residentie StefanieToch bestond in die tijd reeds een soort voorloper van loodsdienst namelijk "De Sterkte van Verbanck". Om de bevolking, vooral de visserijmiddens, te melden dat een sloep de haven binnenvoer, klom Groenendijkbewoner Franciscus Verbanck (in de volksmond Cissen Verbant) op de “Sterkte" (een hoge mast nabij het vroegere “Hotel Regina". Albert I-laan 135 (heden residentie Stefanie) en hees een blauwwitte vlag. Ook zorgde hij aldaar voor het aansteken van een lantaarn op deze "Sterkte" Dit licht zou voor de eerste keer zijn aangestoken op 15 april 1825.*

Rond 1854 werden door bemiddeling van de Nieuwpoortse burgemeester Pieter Lefever georganiseerde loodsdiensten opgericht. Op 3 november 1862 werd door de minister van binnenlandse zaken zelfs een commisie aangesteld om volwaardige loodsdiensten te Nieuwpoort te laten fungeren. Op 18 december daaropvolgend werden op het stadhuis examens afgenomen nopens het eventueel aanvaardan van personeel voor deze staatsloodsdienst. Op de circa 20 deelnemers werden er een tiental aanvaard o.m. de Nieuwpoortse kapiteins Houvenaghel en Vroome. Op 31 december 1862 arriveerde dan het eerste gewenste “loodskorvet". Het was uit Antwerpen vertrokken en bemand met enkele Nieuwpoortse jongeren. De volgende dag was er groot feest in Nieuwpoort met o.m. officiele begroeting van de loodsboot en ontvangst van de nieuwe loodsen op het stadhuis. Op zondag 4 januari konden dan het bevlagde Nieuwpoortse loodskorvet in aanwezigheid van heel veel volk zeewaarts trekken en de loodsdiensten normaal in werking treden. Deze diensten waren echter bijlange niet te vergelijken met die van tegenwoordig. Toch konden we te weet komen dat er hier even voor de eerste wereldoorlog twee loodsboten in gebruik waren. Dit waren twee zeilschepen zonder motor, die om de beurt 14 dagen op  zee vertoefden voor de rede van Nieuwpoort om de vreemde schepen de IJzer binnen te loodsen.*

eerste loodsboot

Rond 1860 wordt “Sterke van Verbanck” in gebruik gesteld. Dit is een vlag, gehesen aan een hoge mast in de duinen. Deze vlag dient als sein voor de scheepvaart op de IJzer (ter vergelijking met “Cleene vierboete” uit 1824).*

1864
Vanaf zondag 4 januari is er een georganiseerde loodswezendienst onder het beheer van de staat.*

1881
Ten gerieve van de scheepvaart wordt een weinig oostwaarts van het huidige Hendikaplein een scheepsmast geplaatst met bovenaan een groen-witte verwittigingsvlag (groen langs boven). Alhoewel "De Sterkte van Verbanck" (zie 1860) tot puin is vervallen, wordt deze mast toch ook nog “De Sterkte" genoemd. Ten andere: deze scheepsmast, 3 km. verwijderd van de stad, wordt bediend door "Cissen Verbant". Zohaast van op de vesten van Nieuwpoort-Stad (nabij het huidige Kattesas) het hijsen van de vlag wordt opgemerkt, lopen de "Zerelopers" om te zien welke sloep er binnenvaart. Ze lopen snel terug naar stad om het gezin van de binnenvarende vissers zo vlug mogelijk te verwittigen. Daarvoor worden ze dan beloond met een lekkere zeebeschuit.*

voor 1914

 

Het loodswezengebouw te Nieuwpoort-Bad voor 1902.

links: havenlicht

rechts: vlaggeseinmast

 

 

 

 

1902 bemanning op loodsboot

bemanning op de loodsboot 1902

bemanning loodsboot 1920   redders in de reddingsboot

voor 1914 telegrafie

1902
Als typische bijzonderheid valt op te merken dat rond de eeuwwisseling in een treinwagon in de nabijheid van het loodswezen de eerste Belgische post van draadloze telegrafie werd opgericht. Deze dienst, zowat de voorloper van de huidige Oostende-radio, is vooral tot stand gekomen onder impuls van koning Leopold II. Tijdens zijn vele overtochten met de mailboot naar Groot-Britttanië wilde hij graag in contact blijven met het Belgische vasteland. De Nieuwpoortse roepstem M.T.T. is naderhand vervangen geworden door de Oostendse roep O.S.T..*

mast draadloze telegrafie

Na de vernieling in 1914-1918 duurde het nog 12 jaar vooraleer een nieuw loodswezen werd in gebruik genomen. Maar voor dit gebouw, dat in 1930 tot stand kwam, was geen lang bestaan weggelegd. Het werd stuk geschoten op 28 mei 1940. De ruïnes daarvan werden afgebroken einde I960.*   loodswezen 1918-1923   na1945
1918-1923

Station Nieuwpoort had in 1940 één motorreddingsboot en één roeireddingsboot  in het loodswezengebouw.
Het station was uitgerust met een lijnwerp- en wippertoestel. Maandelijks werden met de roeiboten redding oefeningen gehouden en driemaandelijks met het vuurpijltoestel en het wippertoestel, onder toezicht van de opzichter van de reddingsdienst.

Het lijnwerp- en wippertoestel is een uitvinding uit de 19e eeuw. Door met een mortier of een vuurpijl een lijn over te schieten naar een gestrand schip, kan er langs een dikke tros een reddingboei met broek eraan heen en weer gehaald worden naar het strand.

1941

Bunker naast het loodswezengebouw.

Overal prikkeldraad op het strand.

  1941 bunker aan het loodswezengebouw en overal prikkeldraad op het strand

reddingsboot 2 nieuwpoort 1949

pers - misthoorn in werking jaar 1949

 

Het visserijblad 17 juni 1949

 

 

 

 





Na de tweede wereldoorlog diende te worden gewacht tot juni 1956 om over te gaan tot de nieuwbouw volgens de plannen van de Brugse architect Henri De Nijs.*

Ondertussen werd vanaf September 1951 gebruik gemaakt van een 33 m. hoge seismafoor. Die stond nabij het vernielde loodswezen.

loodswezengebouwHet huidige gebouw meer strandwaarts gelegen dan voor 1940, werd in gebruik genomen vanaf 18 december 1958. Benevens een garage, keuken- en sanitaire inrichtingen alsmede slaapgelegenheden voor de redders, zijn er de eigenlijke seindiensten op de tweede verdieping. Van hier uit werden de installaties bediend van de radiobaken (richtingzender met morsebericht - N.P.) en de mistklok op het westerstaketsel alsmede de nautofoon (misthoorn) op het oosterstaketsel.
Ook werden er om het uur o.m. de windkracht geregistreerd en de zichtbaarheid en het peil van de IJzer. Eveneens werden de dag- en nachtgetijseiningen bediend op de 32 m. hoge semafoor.
Het betrof een systeem van kegels. cilinders (manden) en bollen die volgens een bepaalde combinatie werden gehesen. Vanaf 1 oktober 1985 werden deze tij- en stormseinen afgeschaft door het ministerie van verkeerswezen, bestuur Zeewezen. Tegen 1990 werden ze vervangen door een aangepaste licht-installatie.

Met ingang van 5 april 1969 worden deze seinen gehesen of vertoond te Nieuwpoort op de seinmast geplaatst op het Loodswezengebouw.

Seinen naarvolgens de Belgische nederlandse Zeemans almanak 1974.

GETIJSEINEN

De getijseinen worden vertoond aan de ra van de grote mast.
De getijseinen geven de waterhoogte aan ten opzichte van het peil van gemiddeld laag water springtij (LLWS) of hydrografische nul (H).
De hoogten worden aangegeven per schijf van 0,20 m (zwarte kegel met punt naar omlaag), van 1 m (zwarte cilinder) en van 5 m (zwarte bol). De negatieve hoogten worden aangegeven per schijf van 0,20 m (zwarte kegel met punt naar omhoog). Deze seinen worden gehesen op 3 vertikale lijnen, waar de kegels op de meest linkse, vanuit zee gezien, voorkomen.
Bij nacht wordt de kegel met punt naar omlaag vervangen door een groen licht, de cilinder door een rood licht, de bol door een wit licht en de kegel met punt naar omhoog door een paars licht.
Het totaal der cijfers gegeven door elk teken wijst de hoogte van het water aan.

getijdeseinen   getijdelichten

SEINEN VOOR DE VERANDERING VAN HET GETIJ

    Bij dag   Bij nacht
RIJZEND WATER :   een lange zwarte kegel met de punt naar omhoog   een groen licht boven een wit licht
VALLEND WATER :   een lange zwarte kegel met de punt naar beneden   een wit licht boven een groen licht

VERKEERSSEINEN

Te Nieuwpoort worden enkel de vlaggeseinen voor het verkeer gehesen.

    Bij dag   Bij nacht
BINNENVAREN VERBODEN   een rode vlag   een rood licht
BUITENVAREN VERBODEN   een groene vlag   een groen licht
BINNEN- EN BUITENVAREN VERBODEN   een rode vlag boven een groene   een rood licht boven een groen

STORMSEINEN

stormseinen

VERBODEN TOT UITVAREN VOOR VAARTUIGEN MINDER DAN 5 M. LANG.

De hieronder vemelde regel en het vertonen van de signalen is heden (2018) nog van toepassing.

Ingevolge art. 22 par. 1 van het KB van 31-5-1968 Politie en Seheepvaart- reglement voor de Belgische territoriale zeehavens en stranden van de Belgische Kust mogen roeiboten, van gelijk welke grootte alsook elk pleziervaartuig waar van de lengte aan het watervlak (ongeladen en onbemand) 5 m of minder bedraagt, geen zee kiezen indien buitengaats de van uit zee waaiende wind kracht 3 Beaulort of van uit land waaiende wind kracht 4 heeft of te boven gaat.
Een wind welke in een gegeven strook evenwijdig met de kust waait, wordt beschouwd als een uit zee waaiende wind.
Dit verbod is niet van toepassing op pleziervaartuigen die aan georganiseerde wedstrijden deelnemen, op voor-waarde dat die vaartuigen onder afdoend toezicht van de organisatoren blijven.
Het verbod wordt in de haven aangeduid .

  1. bij dag: door een zwarte figuur bestaande uit twee kegels met punten naar elkaar
  2. bij nacht: met een over de gehele horizon zlchtbaar blauw flikkerlicht

Vanaf 1 oktober 1985 werden deze tij- en stormseinen afgeschaft door het ministerie van verkeerswezen, bestuur Zeewezen.

Het visserijblad 3 januari 1959   Het visserijblad 3 februari 1959
     
pers - bestemming oud loodswezengebouw   pers - wat met de mistklok

HLN 28 maart 1986

pers het laatste nieuws 28 maart 1986 - twee nieuwe reddingsboten

HLN 30december 1988

pers - nieuwe redeboot HLN 30december 1988

loodsboot 15 in vaart

In december 1989 is er de afbraak van het "Blekken kot". Dit is de aanlegsteiger aan het boothuis langsheen de Havengeul.*

blekken kot + reddingsboot 2

loodsboot en saeftinghe 1990

 

 

 

Loodsboot en Saeftinghe 1990

 

 

 

Tegen 1990 werden de seinen vervangen door een aangepaste lichtinstallatie.

seinmaast op het loodswezen 19901990

2003

loodswezengebouw 2003 met vreemdsoortige antenne

 

 

odswezengebouw

Rond die tijd werd op het dak een vreemdsoortige antenne opgesteld. Het is een zogenaamde radiorichting-zoeker, een Dopplerradar van het merk Rodhe und Schwarz. Dit appa-raat is van het type PA 100 en de antenne van het type AP 121. Het is het enige in Belgie geïnstalleerd exemplaar. Die vreemdsoortige antenne omvat niet minder dan 32 antennes. Deze zijn in een cirkel opgesteld en worden beurtelings pijlsnel met de ontvanger verbonden. Dit gebeurt door een ingebouwd en snel computersysteem. Dit antennestelsel is bijzonder krachtig en levert op deze manier een heel belangrijke bijdrage voor de veiligheid op zee.*

Aanlegsteiger en boothuis

loodshuis en aanlegponton

De uitkijkpost van Nieuwpoort dooft de verkeerslichten definitief vanaf 1 november 2010.

Op het loodswezengebouw staan een lichtinstallatie die de tij- en stormdeiningen weergeven en een antenne, de zogenaamde radio-richtingzoeker, die zelf 32 antennes bevat. Twee stopborden met geel flikkerlicht Kromme Hoek worden definitief buiten dienst gesteld. De misthoorn op het oostelijk staketsel wordt geautomatiseerd en de mistbel op het westelijk staketsel wordt definitief buiten dienst gesteld. De bediening van de diabolo met het violet flikkerlicht op loodswezen gebouw wordt tevens geautomatiseerd.

De beroepsvaart voor Nieuwpoort moet zich nog wel steeds aan- en afmelden op VTS Wandelaar approach (VHF kanaal 60). De pleziervaart moet zich niet aan- en afmelden maar is wel verplicht om uit te luisteren op VHF Kanaal 60.

Omdat er nog grote schepen in Nieuwpoort in- en uitvaren is het niet ondenkbaar dat je in de vaargeul plots geconfronteerd wordt met een groot schip dat niet in staat is om uit te wijken. Houd daarom altijd goed rechts.

Loodswezengebouw 2012

loodswezengebouw 2012 Op de indrukwekkende seinmast zien we, naast de communicatie- en gonioantennes (en ook GSM), de schotels van de straalverbinding die hydrogegevens en gedigitaliseerde viedeobeelden ontvangt van de radarsensor op de Oostdyckbank (op ongeveer 20 km voor de kust van Nieuwpoort).

Het radareiland van de Oostdijck werd in dienst gesteld op 10 maart 2004. Het maakt deel uit van de Schelde Radar Keten (SKR) en bewaakt het scheepvaartgebied tot aan de Franse grens.

De te Nieuwpoort opgevangen radar- en goniogegevens worden doorgestuurd naar de verkeerscentrale op de Westelijke Haven-dam in Zeebrugge en de Hydrometeodata naar de kustwachtcentrale in Oostende.

De installatie te Nieuwpoort is een belangrijke schakel in het VTS (Vessel Traffic Services) dat als opdracht heeft het scheepvaartverkeer vlot en veilig te laten verlopen vanaf de Franse-Belgische grens tot in de Vlaamse havens.


Op de mast worden de antennes naar de laatste ontwikkkelin-gen aangepast.

Havenseinen worden aangepast naar regle-mentering.

  mast op het loodswezen 2013   mast op het loodswezen 2017  

misthoorn en bel op toren kop westerstaketsel  

Misthoorn in de herfst
Toen ik als kind, des avonds uit het raam
hing, als de herfst gekomen was,
kende ik zijn stem al, maar nog niet zijn naam,
en wist ik al, dat ik zijn schepsel was.
Er zijn geen bomen op de grote zee,
waaruit de geest omhoog stijgt als zij sterven,
en nog een wijle rond hun kruinen drijft
dat zij zichtbaar hun zaligheid verwerven…
Toch is het soms alsof de meeuwen e-
ven verpozen op een ijl geboomt
van witte takken, die de nevel droomt
– de nevel is de doodsgeest van de zee -.
En ’s nachts, als al de witte vooglen zijn verdwe-nen,
wanneer de zee in het donker langzaam danst,
hoort men de stem, diep in de mist verschanst,
in eenzaamheid gesmoord, beklemmend stenen.
Hij roept een vraag, doof borend uit de grijze eeuwen,
die vruchtloos reikend, in zichzelve wederkeert
en die geen antwoord meer verwacht of noch begeert
en die te hees is en te oud om nog van pijn te schreeuwen.
Er is geen antwoord in de tegenstrijdigheden
– en van dit antwoord heeft de stem mij zó doordrongen,
vanaf mijn kindsheid heeft hij het gezongen
en dat is al zo lang geleden …
M. Vasalis

 

De misthoorn.

De misthoorn loeit, het geluid is bekend
Zodat je er eerst onverschillig voor bent
Maar dan ontaardt het geluid in 'n beklemmende kreet
Dan voel je, dat je alles nog zo goed weet
Je regelmatige gang op die misthoorn af
Tot 't huis waar de GELIEFDE woonde...
Nu rust ze in haar graf

De misthoorn blijft pal op zijn post
De mist van het verdriet ónopgelost.

G.Quadekker, 09-05-2003
  reddingsboot R4  

Nieuwe functie voor loodswezengebouw

KW 12 augustus 2017

  pers KW 12 augustus 2017 - bestemming gebouw? Postkaarten klik hier

KW 10 januari 2020

pers kw 16 januari 2020

19 maart 2020 - toestand verbouwing

collage verbouwing

uittreksel (tekst) hln 06-04-21

uittreksel (tekst) hlm 04-04-21

KW 24/04/2020

nieuwe mast loodswezen

Nieuwe antennemast geplaatst naast het loodswezengebouw.

collage geplaarste nieuwe mas en plaatsen van it

 

Juli 2021

Door omstadigheden is gebouw nog niet afge-werkt.
De tentoonstelling "Geschiedenis loodswezen" in de evenementeruimte is gratis te bezoeken.
Het terras is te gebruiken tot eind augustus.

 

 

  terras

Begin september is de antennemast op het loodswezengebouw afgenomen.

antennemast van het gebouw afgenomen

Een heerlijk artikel uit het Mededelingsblad Vrienden Navigo 03/1990 van Jacky Beun over de Nieuwpoortse Loodsdiensten (NAVIGO Nationaal Visserijmuseum Oostduinkerke).

OVER HET BLEKKEN KOT, DE PERMERENSJE, DE WATSONS, DE BASSING EN DE REDEBOTEN…

Door de tijdelijke vereniging gevormd door de firma’s Soetaert uit Westende en Braet uit Nieuwpoort werd in november 1989 begonnen met de afbraak van de aanlegsteiger en boothuis van de loodsboten in de Nieuwpoortse havengeul. In de volksmond sprak men van ‘het Blekken Kot’ als verwijzing naar het gebruikt materiaal. Daarna zal een volledig nieuwe steiger worden gebouwd, ten behoeve van het Zeewezen. Het totaal bedrag der werken wordt geraamd op 20.500.000 fr.

Het ‘Blekken Kot’ werd in 1948-1949 gebouwd als berging voor de reddingsboot ‘Watson’ welke op 1 december 1948 te Nieuwpoort in gebruik werd genomen. Deze boot deed tot medio maart 1986 dienst en werd dan vervangen door de ‘oude’ loodsboot van Oostende, welke aan Nieuwpoort werd overdragen. Een nieuwe loods voor het bergen van het vaartuig is evenwel niet meer voorzien. Na de afbraak van ‘Het Blekken Kort’ verdween aldus na veertig jaar een typisch beeld van de plaatselijke havengeul.

Onze gegevens ontlenen wij hoofdzakelijk aan gesprekken met wijlen Remi Vermoote (Oostduinkerke 1898-1985) en aan wijlen Victor Schallier (Bredene 1907-1985)

Remi Vermoote kwam in oktober ’38 in dienst te Nieuwpoort als leerling-loods. Waterschout was toen de heer Van Mol. Uit de jaren voor 1914, toen hij nog als ‘jongen’ vaarde, herinnerde hij zich de twee loodsboten welke te Nieuwpoort in gebruik waren: zeilvaartuigen met een kiellengte van zowat 20 meter. Bij beurt lag het ene loodsvaartuig in zee, het andere in rust in de ‘bassing’ (Vlotkom). Bij nacht ‘fakkelde’ men, wijl bij dag de loodsboten vlaggen uitstaken.

Tijdens de dienstjaren van Remi Vermoote te Nieuwpoort waren er normaal drie mannen van wacht: 24 uur op 24 uur af. Bij 7-8 Beaufort werd men opgeroepen voor de kleine ‘permerensje’. Bij zware storm was er uiteraard ‘grote permerensje’ en dit betekende dat veiligheidshalve de roeiboot in zee werd gestoken en ook de wiptoestellen gereed werden gezet.

Iedere maand was er oefening voor de wacht, welke bestond uit plaatselijke vissers-vrijwilligers. Deze oefening vond plaats op een zaterdag, als de vissers ‘thuis’ waren. Met behulp van de Latiz-vrachtwagen (toegekomen te Nieuwpoort op 12 augustus 1947) werd de roeiboot, welke op een wielstel stond in zee getrokken. Deze roeiboot stond opgesteld in het Loodsgebouw, aan de monding van de IJzer. Op de vrachtwagen stond tevens het wiptoestel gemonteerd. Voorheen werd de roeiboot in zee getrokken met paarden, van onder meer landbouwer Louis Ureel uit de Hoogstraat. Normaal waren er een achttal roeiers, naast ‘twee mannen van de dienst’.

Benevens deze roeiboot beschikte men ook over een motor-reddingsboot, de ‘Minister Lippens’. Dit vaartuig werd in 1931 in het Deense Kopenhagen gebouwd. Het vaartuig had een ijzeren mast, een kajuit, een lengte van 10,35 meter, een breedte van 3,25 meter, een diepgang tussen 30 en 36 cm, en was uitgerust met een dieselmotor van 60 PK. De ‘Minister Lippens’ zou later, op 11 september 1964, worden verkocht, en deed nog jarenlang dienst voor een privébedrijf. Als loods deed men in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog regelmatig dienst aan boord van de vele Engelse zeilschepen, die te Nieuwpoort, ‘brieken’ (bakstenen) kwamen ophalen. Eén van de gekendste vaartuigen was ‘The Hawarden Castle’, waarvan de kapitein bekend stond om zijn moed, ook toen vlak voor de vijandelijkheden, mijngevaar dreigde. Hij wist altijd te vertellen: “Die mijnen worden toch door het boegwater weggeduwd.” Jammer, maar het vaartuig is toch in de lucht gevlogen, aldus Remi Vermoote.

Victor Schallier belandde in mei 1931 bij de Nieuwpoortse loodsdiensten, dit in zijn functie van motorist op de ‘Minister Lippens’, welke toen in gebruik werd genomen. Oorspronkelijk was de ‘Minister Lippens’ uitgerust met een benzinemotor een 4 cilinder – Fordson. Het vaartuig werd in 1940 gebruikt bij de vlucht naar Groot-Brittannië. Daar deed het dienst in Newlyn. De Britten staken er meteen een 6-cylinder Parkinson dieselmotor in. De ‘Minister Lippens’ was een platbodem, geen kiel dus, wijl de schroef in een tunnel zat, waardoor men tot op het strand kon laveren. Het vaartuig werd bediend met een helmstok in plaats van een stuurrad: de schipper stond ‘bloot’ aan de helmstok.

Toen Victor Schallier in dienst kwam te Nieuwpoort onder Waterschout Barbé, was het Waterschoutambt gevestigd in de Potterstraat, waar ook schipper Van Wouw zijn bureau had. Victor Schallier zou, tot hij in 1967 op rust ging, volgende waterschouts kennen: Barbé, Van Mol, Luyens,  Delanghe, Depoorter, Carlier, Van Loo, Lefevere, en Van der Mijnsbrugghe.

De loodsdienst bestond in de jaren dertig uit de loodsen Gusten Cloet, Charles Blondé, Leon Vanhove, Miel Larssens, naast ‘de mannen van de dienst’, zoals machinist Bultheel, Henri Verlez, Fons Vanhoorne en Jan Provoost. Als motorist deed Victor Schallier 8 u dienst per dag. Voor de loodsen bestond het werksysteem uit 24 uur op, 24 uur af.

Op 1 december 1948 kreeg Nieuwpoort de nieuwe ‘Watson’ – reddingsboot. In feite had men reeds medio het jaar dergelijk vaartuig moeten krijgen, maar Oostende had de op 7 juni 1948 uit Groot-Brittannië aangekomen ‘Watson’ aangeslagen. In afwachting deed de ‘Anseele’ uit Oostende dan maar enige maanden dienst te Nieuwpoort. Terwijl het ‘Blekken Kot’ in aanbouw was, lag de ‘Watson’ gemeerd in de Vlotkom. Na ieder gebruik moest de ‘Watson’ binnen worden gehaald, bij middel van een stel davits. De type Watson-reddingsboten,  waarvan er één exemplaar nu bewaard is gebleven op het domein van het Nationaal Visserijmuseum te Oostduinkerke, warel vooral bekend door het sierlijk uiterlijk en het vele koperbeslag dat netjes gepoetst en onderhouden werd door de mannen van het Zeewezen. Het ‘buitenzetten’ van de reddingsboot eiste in ieder geval een knap stukje zeemanschap.

Daarnaast had het Nieuwpoorts Loodswezen ook nog de beschikking over de ‘Redeboot nummer 1’ om de loodsen aan boord te brengen of om defecte vissersvaartuigen op te slepen. Ja, er was uiteraard ook nog de roeiboot, welke bij de maandelijkse oefenstonden ‘achterwaarts’ in het water werd gestoken. Vooraleer dit gebeurde met de tractor-wagen Zatiz maakt men hiervoor gebruik van een oude Britse legercamion.

De roeiboot werd bemand met vrijwilligers – vissers als Door Ghys, Gustje Vanhoutte, Achiel Zwertvaegher, Door Sys, Henri Cloet, Marre Dujardin (n.v.d.r. paardenvisser Marius), Gust Calcoen, Mongsje Geryl, de broers Mercy.

In 1939 ontvingen Julien Vandepitte (n.v.d.r. vader van Marcel en Anna, grootvader van Johan en grootoom van o.a. secretaris Luc Vanmassenhove), Leon Vanhove en Victor Schallier een erediploma van de Franse Overheid, na een geslaagde reddingsoperatie. Het diploma hangt trouwens nog steeds in de Trapzaal van het Loodsgebouw.

Op de ‘Trapegeer’ was een sleepboot, die een lichter op sleeptouw had, vastgelopen. De sleepboot dreigde middendoor te breken. Er viel bij deze gevaarlijke reddingsoperatie jammerlijk één dode te betreuren, namelijk de stoker-machinist die toen hij vanuit de sleepboot ‘l Yser uit Duinkerke naar de Nieuwpoortse reddingsboot oversprong, in het water viel, en verdronk.

In de jaren 1945-1948 stonden Remi Vermoote en Victor Schallier ook in voor het aansteken én van het vuurtorenlicht én van de beide staketsellichten. Dit gebeurde volgens een wekelijkse beurtrol. Langs een rechtsopstaande ladder diende men de 15 meter hoge pyloon welke dienst deed als ‘vuurtoren’ te beklimmen. Bovenop bevond zich een boeilicht, bedekt met een glazen ‘kap’, die open kon worden geslaan. Het licht werkte met een systeem van een gloeikous. Vooral bij koude en wind, wanneer de vingers waren verkleumd, gebeurde het wel eens dat de gloeikous wegwaaide. Daarom had men steevast een reserve gloeikous mee. ’s Winters kwam het bovendien meermaal voor dat de laddersporten beijzeld en bevroren waren. Op die dagen trok men best de schoenen uit: het was veiliger op kousenvoeten naar omhoog te klimmen. In een ‘kotje’ aan de voet van de pyloon, stonden de gasflessen (acetyleen) opgestapeld, waarmee het vuurtorenlicht brandend werd gehouden. Een even grote zorg was het, op te letten dat de lucifers, waarmee de gloeikous werd aangestoken, bleven branden. Geen wonder dat men meer dan één doosje ‘sulfers’ meenam. .. Verkleumd kon dan de terugweg aangevat worden, naar de plek waar veerman Berten Goderis met zijn jol te wachten lag, om de IJzerstroom terug over te steken… Ook geen lacheding, bij winter- en stormweer!

Kwam daarbij dan nog het aansteken van de lichten op de staketselhoofden. Nadat de Duitsers hadden geprobeerd de staketsels in brand te steken, werden op de ‘kopjes’ als noodoplossing, houten hokjes, met daarop een boeilicht, geplaatst. Op de plaatsen waar de dwarsbalken waren vernield lag slechts een wankele plank. De gasflessen werden weliswaar bij dag met de roeiboot naar de kopjes geroeid. Als er veel ‘zwel’ (deining) in het water was, was dit niet zo gemakkelijk. Men moest er zorg voor dragen niet tegen de kapotte balken geduwd te worden, want die zaten vol ‘houtsplinters’. Met takels werden dan uiteindelijk de gasflessen uit het roeibootje opgehaald.

De Loodsdiensten hadden ook de zorg over de havenlichten. In de eerste naoorlogse werkten deze havenlichten op basis van propaangas. Per etmaal moest men een andere fles ‘aanzetten’. De havenlichten werkten met zonnekleppen en sloegen automatisch af en aan. Om de week diende de glazen te worden gereinigd. Op 10 augustus 1952 werd ter hoogte van het ‘Blekken Kot’ , op de oever, een elektrische hoogspanningscabine in werking gesteld, zodat de lichten op het ‘hoofd’ (staketsel) en de havenlichten voortaan elektrisch konden worden bediend. Maar het gassysteem bleef nog behouden voor eventuele noodgevallen. Ondertussen, in de loop van 1949 was ook de nieuwe vuurtoren, met vuurtorenwachter Danneels, in werking getreden. In oktober 1947 werd een mistklok geplaatst op het westerstaketsel, wijl op 6 oktober 1958 het oosterstaketsel werd uitgerust met een mistsirene (nautofoon). In hetzelfde jaar werd trouwens het nieuw loodsgebouw in gebruik genomen.

De taak van de Loodsdiensten te Nieuwpoort bestond en bestaat ondermeer in het registreren van de in- en uitvarende boten, de windkracht, de zichtbaarheid en het peil van de IJzermonding, het bedienen van de seintoestellen voor het dag- en nachtgetij, het beloodsen van de vreemde vaartuigen.

Op 20 december 1988 werd de Loodsdienst de gloednieuwe Redeboot nummer 15 toegewezen. Deze verving meteen de Redeboot nummer 1, met bouwjaar 1973, in dienst te Nieuwpoort sedert oktober 1975. Voorts bleef de Redeboot nummer 16 in dienst. Dit vaartuig werd gebouwd in 1958, en is in dienst te Nieuwpoort sedert oktober 1981. De gloednieuwe Redeboot 15 werd gebouwd door het Scheepvaart – en Konstructiebedrijf (SKB) te Antwerpen. Het vaartuig heeft een stalen romp met een opbouw in aluminium. Totale lengte 21 meter. In het midden is er een diepgang van 1,18 meter. Het vermogen van de twee dieselmotoren bedraagt tweemaal 47 PK, waardoor een snelheid van 11 knopen kan worden bereikt. De redeboot omvat radar, kompas, signaalhoorn, schijnwerper, echosounder. Zijn eveneens aanwezig aan boord: centrale verwarming, een bemanningsruimte met afgescheiden toiletten, een opblaasbaar reddingsvlot voor tien personen, reddingsboeien en gordels, brandslangen en blustoestellen.  Jacques  Beun  in: MDB 03/1990.

KW 2022-04-06

 pers KW 2002-04-06

geraadpleegd:
boek Nieuwpoort-Bad vroeger en nu – Billiet
boek Nieuwpoort - Walter Lelièvere
boek telefonie radio kusstation
artikel in Grannigate 1999 nr.3 – August Geryl
foto's achief Luc David
artikel in 'Boten en watersport' 31 oktober 2010
website Nieuwpoort
verzameling Gino Provost
pers